Ces architectes qui ont construit La Roue

Nederlandse versie hieronder

La cité jardin a été construite par étapes de 1920 à 1928.

Une première phase de la construction d’une cité ouvrière a déjà commencé en 1907, avec l’édification d’une trentaine de logements ouvriers, rues des Colombophiles, des Fraises et des Citoyens. C’est l’année de la constitution du Foyer Anderlechtois, dont le co-fondateur est Guillaume Melckmans.

Mais la première Guerre Mondiale a mis le projet en veille. La guerre ayant occasionné des destructions massives, le gouvernement belge mit en place de nouvelles structures. La Société nationale des Habitations à bon marché (SNHBM, créée en 1919) et le Comptoir national des Matériaux (CNM, créé en 1919) décident d’ouvrir un chantier expérimental à La Roue, dirigé par l’architecte J.J. Eggerickx de 1920 à 1922, sur des terrains cédés par la Commune d’Anderlecht. Le but était de tester des matériaux et techniques de construction rapides et économiques pour pallier le manque de logements.

L’architecte J.J. Eggerickx (1884-1963) est choisi pour diriger le projet de logements sociaux qui se développe à travers le concept de la cité-jardin, venu du Royaume-Uni. C’est l’architecte urbaniste, Louis van der Swaelmen (1883-1929), fondateur de la Société belge des Urbanistes et Architectes modernistes (SBUAM) qui a conçu le plan d’ensemble de la cité-jardin.

La Plaine des Loisirs est édifiée en 1921, c'est un vaste espace vert communautaire de détente, cœur de la cité-jardin avec ses différentes séquences de maisons (plus ou moins une centaine) et son jardin d’enfants (Kindertuin), tous construit dans le style « Cottage ». La dernière phase d’urbanisation de la cité-jardin s’achève avec les places Ernest s’Jonghers (1925) et du Confort (1928).

Dans les années trente, la Roue s’est vue dotée de trois bâtiments majeurs, dans les styles de l’époque :

  1. Art Déco pour l'église Saint-Joseph (1938), que l’on doit à l’architecte Van Hove,
  2. le « Bloc Melckmans » (1932) qui se distingue avec une nette tendance moderniste et fonctionnelle pour les logements sociaux, construit par l'architecte Fernand Brunfaut (1886 - 1972)
  3. Moderniste pour les écoles La Roue P21 et La Petite Roue M7 (1936) sont dessinées par l’architecte communal de la commune d'Anderlecht, Henri Charles Wildenblanck.

De architecten van Het Rad

De tuinwijk werd van 1920 tot 1928 in verschillende fasen gebouwd.

De eerste fase van de bouw van de arbeiderswijk begon al in 1907 met het optrekken van een dertigtal arbeidershuisjes in de Duivenmelkersstraat, de Aardbeienstraat en de Burgersstraat. Dit was ook het jaar van de oprichting van de Anderlechtse Haard, waarvan Guillaume Melckmans medeoprichter was.

Maar na de Eerste Wereldoorlog werd het project op een laag pitje gezet. De oorlog had tot massieve vernietigingen geleid en de Belgische regering zette nieuwe structuren op. De Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen (NMGW, opgericht in 1919) en de “Comptoir national des Matériaux” (CNM, opgericht in 1919) beslissen samen een experimentele werf in Het Rad op te starten. Dit gebeurt van 1920 tot 1922 onder leiding van architect J.J. Eggerickx op terreinen die de gemeente Anderlecht had afgestaan. Men wilde goedkope materialen en snelle technieken uittesten om in te spelen op het tekort aan woningen.

Architect J.J. Eggerickx (1884-1963) werd weerhouden om het project voor de bouw van sociale woningen te leiden volgens het model van de tuinwijk, overgewaaid uit het Verenigd Koninkrijk. Architect/stedenbouwkundige Louis van der Swaelmen (1883-1929), oprichter van de “Belgische Maatschappij van Modernistische Stedenbouwkundigen en Architecten” (BMMSA) ontwierp het grondplan van de tuinwijk.

Het Lustplein, dat in 1921 wordt aangelegd, is een grote gemeenschappelijke groene ruimte in het hartje van de tuinwijk, die een honderdtal huizen en een kindertuin telt, allemaal in de “cottagestijl” gebouwd. De laatste verstedelijkingsfase van de tuinwijk werd voltooid met het Ernest s’Jonghersplein (1925) en het Comfortplein (1928).

In de jaren dertig werd Het Rad uitgebreid met drie grote gebouwen in de stijlen die toen in zwang waren:

  1. art deco voor de Sint-Jozefkerk (1938) toegeschreven aan architect Van Hove,
  2. de modernistische en functionele stijl van het “Melckmansblok” (1932) een geheel van sociale woningen ontworpen door architect Fernand Brunfaut (1886 - 1972),
  3. modernisme voor de scholen "La Roue P21" en "La Petite Roue M7" (1936) ontworpen door de architect van de gemeente Anderlecht, Henri Charles Wildenblanck.